Met prijzen overladen en voortreffelijk geacteerd, zwartkomisch ensemble-drama over een componist, zijn dirigent, diens zus en hun ouders, met als schakel tussen hun gevoelswerelden een muziekstuk (‘Sterben’) dat binnenkort in premiere moet gaan. De ‘Lunies’ zijn nauwelijks meer een familie te noemen. De bejaarde moeder Lissy (prachtrol van Corinna Harfouch) is zelf ziek en trekt de zorg voor haar demente man Gerd niet meer. Met hun in Hamburg wonende dochter Ellen, een tandartsassistente die pas tot leven komt als ze drinkt, hebben ze al jaren geen contact meer. Zoon Tom (Lars Eidinger) is dirigent van een Berlijns jeugdorkest en druk met de repetities voor een muziekstuk over sterven gecomponeerd door zijn beste jeugdvriend Bernard. Terwijl Toms uit het zicht geraakte moeder het contact met hem probeert aan te halen, zet zijn ex Liv ondertussen een kind op de wereld, waarvoor hij de vaderrol op zich mag nemen.
Dit epische vijfluik over leven, sterven en liefde (of een gebrek daaraan) weet een precaire balans vast te houden tussen rauw realisme, tragiek en inktzwarte humor. Hoe regisseur Glasner in deze kolos van een film elk hoofdstuk vanuit een ander personage vertelt en toch de verschillende lijnen van het verhaal bij elkaar weet te houden, is geweldig. Met een schrijnende escalatie in de Berliner Philarmonie die niet onder doet voor die van Cate Blanchett in Tár.