De vertoning van deze bijna tedere docu-fictie wordt vooraf gegaan door een optreden en afgesloten met een Q&A.
Te gast is Bart Kessel, die ervaring heeft als programma-manager voor de opvang van vluchtelingen, o.a. uit de Oekraïne. Een koor met Oekraïense kinderen uit Gouda en Reeuwijk zingt begeleid op piano vooraf enkele liedjes, o.a. uit hun land.
De milde, soms ook grappige film gaat niet zozeer ‘over’ oorlog, maar over samen het alledaagse leven voortzetten onder de grond, in afwachting van een mooiere toekomst. Twee kinderen, Niki en Vika, vormen een luchtige rode draad in het verhaal.
Het alledaagse leven in tijden van oorlog
Deze bijna tedere documentaire, gecombineerd met een stukje fictie, is niet wat je van een oorlogsfilm verwacht. Photophobia is allesbehalve duister, toont geen geweld noch hijgerige beelden van vreselijk nieuws. Dit is een film over leven in tijden van oorlog. Het leven dat doorgaat. In dit geval onder de stad, in de metro van het belegerde Kharkiv in het oosten van de Oekraïne. Daarheen hebben burgers hun alledaagse leven verplaatst, in mini-uitvoering. Met de hoop dat ze snel weer veilig naar boven kunnen, maar wanneer valt niet te voorspellen. Tot die tijd maken ze er daar (samen) het beste van, van dag tot dag.
Een thuis weg van huis
Het Slowaakse filmmakersduo Ivan Ostrochovský en Pavol Pekarčík richt zich op die hoop. Ze kiezen het perspectief van de metrobewoners die zich ondergronds aan het geweld onttrekken, waardoor ook voor de kijker de oorlog buiten blijft. Uit het oog is niet uit het hart, zoals we meekrijgen via gesprekken, telefoontjes en de mensen die elke ochtend van boven arriveren. In de helder verlichte metro is het krap. Met een paar spulletjes bouwt ieder daar een plekje, een eigen thuis-op-locatie. Thuis zijn is vooral bij elkaar zijn. Dat levert regelmatig grappige scenes op. Een man komt naar buiten en vraagt zijn vrouw of ze niet ook al wil slapen. Maar in plaats van een huis met een veranda, komt de man uit een treinstel en ligt de vrouw lekker te appen op de spoorbaan, in een zitzak. Een ander stel ligt te keuvelen in bed, wanneer een schoonmaakster verschijnt die onverstoorbaar de perronvloer om hun matras mopt. Een omroepbericht meldt dat de tandarts maandag op perron 1 langskomt.
Kind zijn
Nadat de regisseurs een tijd in de metro verbleven kozen ze ervoor zich te focussen op het gezin van de 12-jarige Niki en naast puur observeren een klein beetje fictie te introduceren in Niki's ‘verhaallijn’, die het eigenwijze meisje Vika ontmoet. Hoewel ze liever in de zon zouden rennen, is er beneden zat te ontdekken op sporen, in treinen en seinhuisjes. Een oude hippie met gitaar geeft Niki advies over de liefde. En met een knipoog naar hun eigen vak, laten de regisseurs Niki en Viki een persiflage doen van buitenlandse journalisten, die altijd hetzelfde soort vragen komen stellen.
Optreden en Q&A
Voor aanvang van de film zingen 13 Oekraïense kinderen uit Gouda en Reeuwijk liedjes, ook uit hun land, begeleid op piano door Olena Khmelova. De pianiste en koorleidster van twee koren woont nu bijna twee jaar in Nederland.
Na de film is er een nagesprek met Bart Kessels, voorheen programmamanager opvang vluchtelingen, waaronder Oekraïners, in de gemeenten Haarlem en Zandvoort.
NB: deze maart-film in de reeks Movies that Matter is Engels ondertiteld