Deze indrukwekkende ode aan de veelzijdige, vrijgevochten Amerikaanse Lee Miller focust op haar tijd als oorlogsverslaggever in WOII. Kate Winslet draagt dit historische drama waarin model en fotograaf Lee, in de jaren twintig en dertig deel van de surrealistische avant-garde, zich de mannenwereld van de oorlogsjournalistiek binnenwurmt. Voor Vogue zal ze wereldberoemde foto's maken, waaronder onthutsende beelden van Dachau en Buchenwald. Deze bewogen jaren gingen haar persoonlijk niet in de koude kleren zitten.
Lee Miller was een uitzonderlijke persoon met teveel wendingen en beroemde contacten in haar leven om in een alinea te kunnen vatten. In 1925 (18 jaar oud) studeerde de New Yorkse al in Parijs ‘licht, decors en kostuums’. Terug in Amerika ging ze naar de kunstacademie (schilderen) en werd lid van een experimentele theatergroep. Ze werd bij toeval op straat gespot door Condé Nast, de uitgever van Vogue. Dat werd de start van haar bestaan als vermaard fotomodel, de verbeelding van de typische ‘modern girl’. Als kind had ze al geleerd te fotograferen, en na enkele jaren gooide ze haar carrière om en ging studeren in Parijs bij surrealist en fotograaf Man Ray. Daar werd ze deel van de surrealistische avant-garde. In 1932 keerde ze terug naar New York, opende daar een studio en stelde haar foto's tentoon op gerenommeerde exposities, uiteindelijk ook bij het MoMa. Ze trouwde en woonde van 1934 to 1937 in Caïro (waar ze bleef fotograferen) om zich daarna in Parijs te vestigen en haar tweede echtgenoot te ontmoeten, waarmee ze in Londen ging wonen. En pas daar ongeveer begint de biopic Lee.