Deze fijne feelgood-film over de mini-samenleving in een schoolklas doet in eerste instantie denken aan bioscoophit De kinderen van juf Kiet uit 2016, waarin de Brabantse schooljuf vluchtelingenkinderen voorbereidde op een leven in Nederland. Favoriten speelt in de gelijknamige Weense wijk en daar is het juf Ilkay die haar leerlingen, van wie de meesten thuis vanalles spreken behalve Duits, met minstens zoveel toewijding klaarstoomt voor de Oostenrijkse samenleving.
Regisseur Ruth Beckermann volgt de klas van de ambitieuze juf drie jaar lang en dat levert een ontroerend portret op van kinderen uit de cultureel meest diverse wijk van Wenen. In de eerste scene zien we hoe 25 verlegen zevenjarigen hun best doen om de juf te volgen, die de dag swingend begint met gymnastiek op muziek. Aan het eind van de film zijn ze opgegroeid tot een groep tienjarige bijna-pubers die bloednerveus de doorstroomtoets maken voor het vervolgonderwijs.
In het Oostenrijkse schoolsysteem gaan kinderen van hun 7e tot hun 10e naar de Volksschule voor ze doorgaan naar de middelbare school. Die drie jaar blijft dezelfde onderwijzer bij hen. Juf Ilkay smeedt de klas met verve en aanstekelijk enthousiasme tot een hechte groep, altijd liefdevol, maar ook streng en rechtvaardig. En dat ondanks allerlei herkenbare problemen, zoals tekort aan personeel en middelen en niet in het minst onderlinge culturele verschillen.
In het tweede jaar gaan de kinderen zelf filmpjes maken en hoor je meer over de gezinnen waaruit ze komen, soms met complexe achtergronden en trauma's. Langzamerhand leer je ze zo allemaal kennen: de brutale, de studiebol, de diplomaat en de buitenstaander. Als de film één ding laat zien is dat het verschil dat een meelevende juf (of meester) kan maken in het leven van jonge kinderen en hoe belangrijk goed onderwijs is. Spelenderwijs en, in het geval van juf Ilkay, ook dansenderwijs, leren zij hun plekje vinden in de kleine gemeenschap van hun klas.