De Amerikaans-Armeense regisseur en scenario-schrijver Michael Goorjian speelt zelf de hoofdrol in deze diepgevoelde liefdesbrief aan Armenië en de veerkracht van zijn volk. Zijn historische portret observeert het harde, maar soms ook mooie en grappige bestaan in de Sovjetrepubliek tijdens de grimmige Stalinistische jaren na de Tweede Wereldoorlog, door een gat in een gevangenismuur. Gevangene Charlie zit een straf van tien jaar uit, zonder echte reden. Als klein jongentje vluchtte hij in 1915 voor de Turkse genocide naar Amerika. Als Amerikaan (‘Amerikatsi’) keerde hij drie decennia later terug om te helpen aan de opbouw van het land, om meteen als kapitalist vastgezet te worden.
De absurditeit van de omstandigheden waarin hij terecht komt, het leven van anderen dat hij als voyeur volgt en de klunzigheid van de onderdrukking balanceren voortdurend en kundig op het snijvlak tussen komisch en tragisch. Charlie kiest ervoor om rampspoed altijd met een glimlach te benaderen. En daarbij helpt het enorm dat hij vanuit zijn cel toevallig binnen kan kijken bij de overburen. Het blijkt een prachtige vondst van de regisseur. Net als de vergelijkbare arthouse-hit La vita è bella uit 1997 weet Charlie met naïef-optimisme overeind te blijven in een systeem vol wreedheid en terreur. Goorjian kiest voor troost en verbeelding en wist met zijn hartverwarmende film namens Armenië bij de Oscars voor het eerst ooit op de shortlist met beste buitenlandse films te komen.